De beste tijd om met zindelijkheidstraining te beginnen, is wanneer je kind klaar is om te leren. Te vroeg proberen zindelijk te worden, of ongeduldig worden bij het proces, kan ervoor zorgen dat je kind gestrest raakt, en kan ertoe leiden dat het niet naar het toilet gaat. De sleutel is om positief en kalm te blijven en te wachten op tekenen dat je kind er klaar voor is.

De meeste kinderen zijn klaar om te beginnen met zindelijkheidstraining vanaf ongeveer 2 of 3 jaar, hoewel nachtelijke training vaak veel langer duurt. Tegen die tijd voelen de meeste kinderen zich zelfverzekerd en comfortabel genoeg voor een succesvolle zindelijkheidstraining.

Kinderen moeten in hun eigen tempo gaan, niet dat van ouders of kinderdagverblijven. Het gedrag van je kind is vaak een betere richtlijn dan hun leeftijd. Zindelijkheidstraining vereist geduld. Meisjes worden meestal sneller zindelijk dan jongens.

Zelfs als ze worden getraind, hebben veel kinderen nog steeds geen volledige nachtelijke blaascontrole tot ongeveer 5 jaar, of in sommige gevallen enkele jaren later.

Overdag raken kinderen vaak verstrikt in wat ze doen en vergeten ze een pauze in te lassen. Verwacht ongelukken en straf kinderen er niet voor, soms schamen ze zich namelijk. Zindelijkheidstraining werkt het beste als er geen druk is.

Tekenen dat je kind er klaar voor is

Let op tekenen van gereedheid. Je kunt waarschijnlijk beginnen met zindelijkheidstraining als je kind:

  • Een paar uur per keer droog blijft
  • Wil dat hun luier verschoond wordt als deze nat of vuil is
  • Heeft een regelmatige, goedgevormde stoelgang
  • Laat je weten dat ze een plas of poep hebben gedaan, of er een moeten doen (met woorden of gezichtsuitdrukkingen)
  • Is in staat om hun luier of onderbroek op en neer te trekken
  • Kunnen zelf naar het potje gaan
  • Toont interesse in anderen die het toilet gebruiken
Ook interessant om te lezen:  Je tweede kind en de relatie met zusje of broertje

Hoe je je kind zindelijk krijgt

Trek je kind kleren aan die je gemakkelijk aan en uit kunt trekken.

Begin met het plaatsen van een onbenullige stoel in de speelruimte van je kind. Zet je kindje op het potje als het een seintje geeft dat het naar het toilet moet. Als je het toilet gebruikt, koop dan een peutertoiletbril met een kleiner gat dat in de grote wc-bril past. Zet daar een trapje zodat ze zelf omhoog kunnen klimmen en hun voeten kunnen laten rusten terwijl ze zitten. Jongens kunnen staand of zittend plassen.

Merk op wanneer je kind op het punt staat te plassen of poepen. Leid ze naar het potje of toilet. Blijf kalm en ontspannen. Ga bij je kind zitten en lees ze voor terwijl ze op het potje zitten (5 minuten is lang genoeg). Prijs en knuffel je kind omdat het rustig zit en probeert het potje of toilet te gebruiken, zelfs als het niet lukt.

Als ze klaar zijn, veeg je de billen van je kind af. Leer meisjes om van voren naar achteren te vegen.

Als ze het potje of toilet een paar keer alleen hebben gebruikt, kun je je kind toestaan ​​om hun ‘grote jongen’ of ‘grote meid’-ondergoed uit te kiezen. Zorg ervoor dat je het potje van je kind meeneemt op reis, voor meer consistentie.